Altijd zomer
Placeholder
De Amerikaan Malcolm, de protagonist van Ethel Portnoys roman Altijd Zomer, ontvangt in New York een brief: een advocatenkantoor te Parijs bericht hem dat hij de enige erfgenaam is van een titel en bijbehorend buiten in Lignac, een dorp in de Dordogne. Aanvankelijk denkt Maccolm aan een grap, maar zijn nieuwsgierigheid wint het van zijn terughoudendheid: hij vertrekt naar Europa om zijn erfdeel te bekijken- een besluit dat zijn leven drastisch zal verranderen. Want de jonge Amerikaan, die zich nu de vicomte de Lignac mag noemen, maakt kennis met een stoet kleurrijke personages die bij hem nog sluimerende gevoelens van verantwoordelijkheidszin, liefde en vooral seksuele lust tot leven wekken.
Deel deze pagina:
Specificaties:
Bestellen
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Specificaties:
- Schrijf een reactie
Ethel Portnoy (1927 - 2004) groeide op in New York als dochter van Russisch-joodse immigranten. Na eerst letterkunde en Frans in de Verenigde Staten te hebben gestudeerd, vertrok ze in 1950 naar Frankrijk, waar ze culturele antropologie en archeologie studeerde, onder andere bij Claude Lévi-Strauss. In 1951 trouwde ze met Rudy Kousbroek, met wie ze twee kinderen kreeg. Via Kousbroek ontmoette ze Nederlandse Vijftigers als Remco Campert en Simon Vinkenoog, en leden van de kunstenaarsgroep Cobra.
Portnoy debuteerde in 1971 op 44-jarige leeftijd met het boek Steen en been. Daarna verschenen er nog ruim 25 boeken van haar. In 1991 kreeg Ethel Portnoy van het feministische maandblad Opzij de Annie Romeinprijs voor haar gehele oeuvre.